Boek2

Inleiding



Dit tweede boek met inspiraties op de Bhāgavata Purāṇa gaat over de op de persoon gerichte, historische kern van de religie van de Hindoes. Deze basis kent men als een essentieel onderdeel van de oude Vedische cultuur van India. Dit onderdeel van deze cultuur draait allemaal om het vinden van verlichting en bevrijding, vrede en voorspoed, door in toewijding ofwel bhakti, respect te oefenen voor de z.g. purusha, de Oorspronkelijke Persoon in ons allen die we allemaal willen zijn maar nimmer ten volle kunnen verwerkelijken. Het universum, zoals we zagen in boek één, staat bekend als de materiële gedaante van deze Persoon van Alle Personen, maar men treft ook verhalen in de Indiase geschriften aan van meer lokale verschijningen van Hem in de vorm van een menselijk wezen zoals u en ik. Deze verschijningen worden avatāra's genoemd in het Sanskriet. Ze worden beschreven in het tweede Canto van de Bhāgavata Purāṇa dat me inspireerde tot het schrijven van dit tweede deel in een geplande serie van twaalf, één voor ieder Canto.

Het Hindoeïsme is een Humpty Dumpty. De Vedische cultuur die eraan ten grondslag ligt, een cultuur gebaseerd op spirituele kennis centrerend rond het idee van de Absolute Waarheid, Brahman ofwel God, viel, volgens deze tekst, ongeveer 5000 jaar geleden uit elkaar. Dit gebeurde met een grote oorlog die de Mahābhārata oorlog wordt genoemd. Deze oorlog wordt beschreven in een epische vertelling die dezelfde naam draagt en die werd opgetekend door een al in het eerste boek geïntroduceerde filosoof genaamd Vyāsadeva, die ook bekend staat onder de naam Badarāyaṇa. De Vedische cultuur kwam in deze oorlog ten val omdat de gewone man zich niet meer consequent kon houden aan de klassieke Vedische regels die de vidhi worden genoemd. Deze regels leggen de nadruk op de fundamentele menselijke waarden van de waarheidsliefde, de trouw, het vrijwillig afzien en de geweldloosheid (sathya, sauca, tapas, dayā), het zogenaamde menselijke gebod van het dharma, van het tewerk gaan met de 'poten van de stier van dharma' om precies te zijn. De term dharma is een containerbegrip dat rechtschapenheid, natuurlijkheid en religiositeit inhoudt. Het is een ingeburgerde term die men heden ten dage ook kan aantreffen in de westerse woordenboeken. Het Hindoeïsme is de eerste cultuur ter wereld die, zich afgekeerd hebbend van het oorspronkelijke menselijke vidhi-gebod en het daarmee samenhangende bestuur van heilige koningen en wijzen, erin slaagde vast te houden aan een plaatsvervangende staatsorde die we heden ten dage democratie noemen. Een ieder kan zijn - religieuze of anderszins gemotiveerde - eigen gang gaan met deze 'heerschappij van het volk' en mag daarin zijn belangen verdedigen. Het is een politiek systeem dat in feite gebaseerd is op een eindeloze redetwist, een onophoudelijke strijd van materieel gemotiveerde strijdige meningen. Om die reden noemen de Hindoes deze tijd het tijdperk van de redetwist of het ijzeren tijdperk (Kali-yuga). We mogen het modern en democratisch noemen dat ieder zijn zegje en gebedje mag doen in dit systeem, maar vanuit het perspectief van de geschiedenis van India kennen we deze orde in feite als de uitkomst van een gevallen kenniscultuur.

Dat wat wij als modern behoorlijk bestuur beschouwen is, vanuit het Vedisch gezichtspunt, in feite een systeem dat gebaseerd is op de onwil om ten eerste waarheidlievend te zijn. Een goed voorbeeld van dat soort onwil wordt gevormd door ons huidige tijdsysteem, de manier waarop moderne mensen omgaan met klokken en kalenders. De huidige moeilijke 'moderne' tijd is inderdaad gebouwd op een tijdprobleem dat het onderwerp moeilijk maakt. De klok wijst niet de tijd van de zon aan, maar een combinatie van de gemiddelde plaatselijke tijd, de zonetijd en de zomertijd. Precies zoals koffiemelk gesteriliseerd, gesuikerd en gecondenseerd, niet langer rauwe melk meer is. Dat beschouwt men als normaal en pragmatisch, maar het houdt in feite een praktijk van onwaarheid in wat betreft de positie van de zon. Naar de huidige wetenschappelijke standaard van geldig, valide meten, vormt het een leugen met de nog immer volgehouden pretentie van het weergeven van de stand van zaken met het daglicht, maar de aanhangers van de moderne democratie malen er niet echt om. Men heeft er niet zo'n behoefte aan waarachtig te zijn in dezen, men geeft er de voorkeur aan vast te houden aan de pragmatische leugen van de zogenaamde standaardtijd. Vreemd genoeg vindt men het pragmatisch en oké te liegen over de positie van de zon, die echter wel de alles bepalende bron van licht en energie is in ons leven. Waarheidsliefde is een filosofisch en wetenschappelijk ideaal, maar geen wetenschapper of beroepsfilosoof plaatst het respect voor de zon om die reden voorop als de primaire tijdreferentie. We hebben er echter wel vele religieus en historisch gemotiveerde oorlogen over met o.a. een vijand die vijf keer per dag zich verbuigt voor de met een tabel gerespecteerde positie van de zon. Wij, de kinderen van deze aarde, zouden aldus wel enige vrees mogen koesteren met deze gemakkelijke leugen van het niet achten van het dynamisch huwelijk tussen moeder aarde en vadertje tijd. Maar we moeten het wel tolereren totdat er een meerderheid tegen is met een, ook mede door technologisch kunnen, beter mogelijk gemaakt (GPS-)respect voor de zonnestand. Het toestaan van een dergelijke gemakzuchtige houding met de tijd hoort nu eenmaal bij de mores van de cultuur van de democratie. We moeten echter niet vergeten dat deze tolerantie dus een voortdurende politieke redetwist inhoudt; in strijd met de natuur zijn we in strijd met onszelf als zijnde een deel van die natuur, zeiden we al in boek 1. Democratie versie 1.0, zeiden we, is een vorm van moreel gedogen die deels gebaseerd is op het onjuist bezig zijn met de tijd van de natuur.
Een andere vorm van moderne onwaarheid bestaat eruit de materiële werkelijkheid, het relatieve van de tijd, als de uiteindelijke werkelijkheid te beschouwen. Dat is wat we materialisme noemen. Het is de manier waarop men zijn eigen persoon ontkent, degene waarvan we weten dat hij behoort tot het absolute van de tijd, het tijdloze zelf. We zijn zelf de persoon, de ziel van het eeuwige hier en nu dat feitelijk het enige ware is van een duurzame samenhang dat er bestaat. Wij zijn absoluut de uiteindelijke getuige, het eerste en het laatste belang waar we op uit zijn. Maar in onze huidige vorm van democratie plaatst men liever het geld voorop dan de persoon die we zijn. Vanuit dit aspect van de waarheid, met de persoon niet als de waarheid om vanuit te gaan, neigt men als aanhangers van de moderne democratische denkfout er daarom toe impersonalistisch te zijn, zogezegd, een term om te onthouden.
Een derde aspect van de politieke praktijk van onwaarheid is het populaire idee dat meditatie zou draaien rondom een kern van leegte. Binnenin ons zou er niets dan illusie bestaan. Maar dat is duidelijk een leugen. Als je zonder verlangens bent als je mediteert ben je nog niet leeg. Wij, de getuige, is wat er vanbinnen aanwezig is. Hoe kunnen we onszelf nu in dezen ontkennen? Waarom? We zijn niet niets, we vormen de basis van het bewustzijn. Het is o.a. vanwege het onvermogen leugens als deze onder ogen te zien dat de mensheid en masse probeert te ontsnappen in legaal en illegaal drugs- en alcoholmisbruik en andere vormen van escapisme, dat men simpelweg probeert de hersenfunctie om zeep te brengen! Dat is het drama van de leugenaar die men geneigd is neer te zetten in de moderne tijd van de redetwist. Men raakt verslaafd aan strategieën als het blokkeren van de eigen mogelijkheid tot zelfverwerkelijking; ofwel populair gezegd, men is in deze 'moderne' geestesstaat zich niet alleen van de natuur aan het afkeren, men is voor zichzelf op de vlucht.
Een andere basisregel van de oude Vedische cultuur is de trouwhartigheid. Trouw zijn in de Vedische zin betekent dat men zijn seksuele leven zou moeten reguleren, maar in de moderne tijd wenst men dat vaak niet langer te doen. Men wil eigenwillig gewoon seks hebben wanneer men er zin in heeft en men heeft er een hekel aan om gefrustreerd te zijn in dit opzicht. Door vele moderne mensen wordt het celibaat als de reden beschouwd van geestelijke en lichamelijke ziekte. Maar het celibaat vormt in feite het zogenaamde secundaire principe van de zinsbevrediging. Liefde vereist uitstel van bevrediging totdat twee partners het eens zijn over de noodzaak seks te hebben, niet de onderwerping van de ene partner aan de seksdrive van de andere. Op die laatste manier in strijd verkerend met de eigenwaarde is er immers sprake van een oorlog tussen de lakens. Als moderne mensen het celibaat niet kunnen accepteren, deze ontkenning niet kunnen aanvaarden die we hier ruim definiëren als seksuele onthouding totdat de liefde er een einde aan maakt, zijn ze uit frustratie geneigd zich te bevredigen in fantasieën waarin ze hun partner ontrouw zijn. Eventueel brengt men de fantasie in de praktijk, maar het hellende vlak betrad men met de onwil om het celibaat, of simpel het uitstel van bevrediging, te accepteren als een regel die in de liefde voorop staat. En zo eindigen zo'n beetje de helft van de moderne huwelijken, - en mogelijk zo ook vele intieme niet-legaal bekrachtige relaties - in scheidingen, mede op basis van deze factor van al dan niet ingebeelde of gepraktiseerde ontrouw ofwel liefdeloosheid. Zo zij het. De ontrouwe persoon is makkelijk verslaafd aan seks en kan aldus iedereen kwijt raken, met inbegrip van zijn/haar zelfrespect. Dat is zijn/haar drama. Dat is het leven, zo houdt men staande. Maar de kous is daarmee nog niet af. Er zijn natuurlijk ook nog andere soorten van ontrouw naast de seksuele. Over deze onzuiverheid van het geloof - of de trouw - spreken we later in deze inspiraties.
De derde basisregel van de Vedische vidhi bestaat uit vrijwillige boete. Vrijwillige boete is er niet alleen om afgedwongen boete of straf te voorkomen. Op basis van vrijwillige boete kunnen we delen. Moderne mensen willen vaak niet delen maar wedijveren liever met geld verdienen, zeggend dat je voor je geld moet werken, dat het volgens hen niet een mensenrecht is. Mensen in een staat van economische onwetendheid willen geen systeem van basisinkomens om een fundament van economische rechtvaardigheid te hebben gestoeld op gelijke burgerrechten. Men vecht onboetvaardig liever over het geld dan het te delen en is er zeer trots op het grootste huis te bezitten en de grootste auto. Met zo'n scheve blik, moet tegenover iedere cent een tegenprestatie staan, voor wat hoort wat, maar dat kan natuurlijk niet. Niet alleen omdat je niet overal een prijskaartje aan kan hangen maar vooral omdat je dan het normaal aangepast zijn zonder een arbeidscontract, ofwel de gewone menselijke wil tot goed gedrag, afstraft met negeren. Alle kinderen hebben hun basale zakgeld nodig, zo ook de kinderen van God die we allen zijn. Het geld dat men verdient in ontkenning van maatschappelijke aanpassing, dat men verdient ten koste van een ander, verdient men op een oneerlijke manier. Als goed gedrag niet wordt beloond is al de overige beloning verdacht. Verbreken we de relatie tussen geld en goed gedrag, dan speculeren en gokken we liever met ons geld dan belasting te betalen aan een regering waarvan wordt verwacht dat die de middelen rechtvaardig verdeeld om ervoor te zorgen dat de basisbehoeften van de bevolking naar behoren worden behartigd. De begeerte met het geld beschouwt men, in ontkenning van de Vedische waarden, als een basisrecht en als onze vrijheid in de moderne democratie. Grote politieke fracties in alle culturen op deze planeet maken zich druk om deze zogenaamde vrijheid en het merendeel van de politieke inspanningen van de mensheid wordt verspild aan eindeloze discussies over de herverdeling van de welvaart op deze planeet. En daarnaast zijn er natuurlijk - wederom -  meer vormen van begeerte dan de begeerte naar geld. Er zijn allerlei soorten van bezitsdrang en egoïsme die ons collectieve menselijke welzijn ruïneren met valse vrijheidsmotieven. De basisregel die wordt overtreden is die van de gouden regel. In de moderne vervreemding wil men niet, of kan men als meeloper niet, zijn eigen belang herkennen in dat van anderen en neemt men zijn toevlucht liever tot valse trots en vindt zichzelf liever intelligenter, meer beschaafd of wat dan ook voor culturele arrogantie. Maar als dieven wordt men bestolen, en zo wordt iedereen een arme sloeber in een wereld van opeenvolgende economische crises, dat is het drama van hen die de begeerte koesteren.
De vierde basisregel is die van de geweldloosheid. De meerderheid van de niet-meer-zo-moderne mens weigert het om een vegetariër te zijn. Men denkt dat het gezond is om vlees te eten, zelfs veel moderne Hindoes denken dat. Maar niettemin houdt het niet-noodzakelijk geweld in jegens andere levende wezens en die mentaliteit, dat gebrek aan mededogen met het eindeloze lijden van onze medeschepselen, is niet bevorderlijk voor ons geweten om onze menselijkheid en internationale vrede te bewaren en bederft tevens onze kansen om collectief te overleven, vanwege de broeikasgassen die worden teweeggebracht door de vleesproductie. Met een overmaat aan dierlijke gasuitstoot (methaan) is ons klimaat door onze vleesbegeerte aan het veranderen en neemt ook de biodiversiteit in ernstige mate af om die reden. Zoals gesteld in boek één maakt dit gebrek aan hart voor andere levende wezens in het kader van de vleesconsumptie deel uit van onze onvrede en vormt het de reden waarom we ons bezighouden met het bieden van deze filognosie als een oplossing. De roofdiergeest is het soort van geest die is geneigd onze levens en internationale politiek te beheersen. Als belangenconflicten niet kunnen worden opgelost door politieke overeenkomsten of corruptie, besluit men, al te gefixeerd in deze geest, makkelijk over te gaan tot het voeren van oorlog. Als slaven van de valse notie de heersers over deze planeet te zijn, gaan we dan over tot systematische wederzijdse vernietiging. Het onderscheid tussen het slachten van dieren en het afslachten van mensen valt dan weg. Men werd wat men at. Karma. In deze tijd en in dit tijdperk van de redetwist, lijkt het bijna traditie te zijn om oorlogen te beginnen als we, in vijandigheid en frustratie, met politieke argumenten het einde van onze dierbare rede hebben bereikt. Welke wijsheid zou ons redden? Dat niet wetend is het altijd wel ergens oorlog op aarde. Vegetarisme, dat een belangrijk deel uitmaakt van de oplossing van de klassieke wijsheid, vormt een moeilijker dieet dan het eten van vlees. Daarom gebeurt het niet zo gauw, maar voor ons verlangen wereldwijd vlees te eten als de basis levensstandaard, hebben we in feite meer dan één planeet nodig. En dus zullen we vroeg of laat wel moeten. De planeet is met zo'n ecologische voetafdruk simpelweg niet groot genoeg voor zoveel roofdieren. En dan gaan we maar verder nu niet in op de problemen van het beheersen van de geweldsmentaliteit die erbij hoort en de gezondheidskosten die gemoeid zijn met de ziekten volgend op de regelmatige consumptie van, met name, rood vlees en bewerkte vleesproducten. De gewelddadige persoon die de vleeseter in feite is, heeft samenvattend in het ontkennen van dit probleem geen constructieve oplossing biedend, geen werkelijk mededogen en vindt geen mededogen, maar kiest - min of meer bewust - liever voor een wereld vol lichamelijke ziekte en globaal ecologisch verval, dat is zijn drama.

Religies hebben hun geloofwaardigheid verloren door rationele culturele verdedigingen te vormen van geweld, zelfzucht, ontrouw en onwaarheid. We hebben met hen vergeten dat de oorspronkelijke religie gaat over het respecteren van de natuurlijke orde van de tijd, seksuele liefde, het delen van de weelde van deze planeet en het niet-destructief zijn met elkaar, de dieren en de planten. Onze planeet is hard op weg een helse planeet te worden. De integriteit van deze waarden, de eigenlijke oplossing, wordt geboden door de Persoon van Alle Waarden die we altijd onder een andere naam kennen. Het Zijne zouden we moeten respecteren. Maar men is in overtreding met de vidhi, met deze regulerende beginselen, duidelijk niet van Zijn hemel en paradijs. Men verliest de kwaliteit van de mensen en de planeet. Op een slechte planeet wil men niet langer geboorte nemen. Wie zoekt zijn geboorteplek waar de atmosfeer wordt bedorven, de zeeën dood zijn, de bodem wordt verontreinigd, de biodiversiteit wordt vernietigd, en de culturen gemotiveerd zijn voor een eindeloze politieke redetwist en illusies van overwinnen, zonder enige trouw aan de basisregels van de menselijke beschaving zoals verdedigd met de oorspronkelijke Vedische vidhi? Ons niet bewust van de regels voor een rechtschapen democratie versie 2.0 neigen we tot een onrechtvaardige demon-cratie, een heerschappij van het kwaad. We denken deugdzaam te zijn, maar als we in feite weigeren de waarheid te respecteren, trouw te zijn, te delen en geweldloos te zijn in compassie en hulpbereidheid met elkaar, hebben we het mis. Daarom pleiten we in deze inspiraties voor de integriteit van deze waarden, voor het respect voor de Ware Persoon In Ons Allen.

Dit boek waarover we schrijven, het Bhāgavatam zoals het ook wordt genoemd, werd, zoals gezegd, door Vyāsadeva geschreven. Hij is de schrijver van vele andere welbekende Vedische teksten zoals de Bhagavad Gītā en de Brahma-sūtra. Dit boek wordt in India gezien als de belangrijkste verzameling van verhalen die met name de geschiedenis beschrijft van wat er gebeurde direct nà de grote oorlog die de val vormde van de Vedische cultuur. Het bespreekt hoe politici vervreemd raakten van de wijzen, hoe ieder zijns weegs ging en hoe men een vreemde werd voor zijn eigen ware zelf onder de heerschappij van het tijdperk van de redetwist. Ook beschrijft het de heroïsche pogingen van de zielen die niettegenstaande dit probleem trachten waarheidlievend, trouw, delend en geweldloos te zijn, zoals besproken. Dit soort mensen noemt men toegewijden of eenvoudigweg spiritueel. Als u uw klok met de zon gelijk zet, uw kalender naar de maan inricht, als u het celibaat aanvaard voor de regulatie van uw seksleven, als u voor basisinkomens bent in plaats van een vals begrip van economische vrijheid en als u niet meer al het doden wenst op deze planeet vol met roofdierachtige mensen, bent u een spirituele persoon, een toegewijde. Deze soort mensen houden er een cultuur op na van het achten van de persoon, de innerlijke getuige die we allen zijn. Deze mensen keren zich af van impersonalisme en de filosofie van de leegte. Deze mensen willen de planeet en haar weelde met elkaar delen. Deze mensen zijn vegetariërs. Hoewel de rest van de mensheid is gevallen voor de dierlijke neigingen te liegen, te bedriegen, te stelen en te doden, geloven deze idealisten in een cultuur van toewijding. Met het voorop plaatsen van de persoon met inbegrip van de basiswaarden, het menselijke gebod van de cultuur van de kennis, de Vedische cultuur daaromtrent, geloven ze dat het mogelijk is culturele vluchthavens te scheppen, veilige oorden, veilige plekken van subculturele menselijke deugd die in de grond devotioneel en spiritueel zijn.

Beste lezer, als u zichzelf spiritueel vindt, een persoon die de moeite waard is, als u de moed hebt het vergeten thema op te pakken van het oefenen van respect voor de Oorspronkelijke Persoon van het menselijke gebod diep binnenin ons, lees dan alstublieft verder, want dit boek vormt de verdediging van een dergelijke culturele toevlucht temidden van een oceaan van menselijke zwakheden in overtreding met de basisregels. Als u van deze planeet houdt en wilt bijdragen aan het afwenden van ons collectieve lot van de helse condities waar we onvermijdelijk in zullen belanden met het valse begrip van de 'demoncratie' van onze zogenaamd moderne levens, maak er dan een gewoonte van regelmatig dit boek ter hand te nemen en dagelijks te mediteren op de namen en verhalen van de deugdzame personen die hierin beschreven worden. Dit vormt de uitweg uit onze benarde positie van valse vrijheid, eindeloze redetwist en zelfvernietiging. Deze kennis komt van lang geleden en heeft de tand des tijds doorstaan. In feite bestaat er geen andere manier om de oorspronkelijke getuige vanbinnen te achten en deze basisregels te volgen ter bescherming van de persoon van zuiverheid en liefde, waarheid en rechtschapenheid, delen en geweldloosheid die we in feite diep vanbinnen zijn. Geconditioneerd als slaven van een systeem dat ons anderszins inspireerde, hebben we dit alternatief absoluut nodig tegen de moderne leugen die het voortbestaan van al het leven op deze planeet bedreigt. Dus alstublieft, nogmaals, wees vastbesloten uw klok en kalender op de natuur te richten, om tenminste in celibaat het uitstellen van seksuele bevrediging te aanvaarden als de regel voor uw seksleven, uw welvaart te delen ten gunste van een regering die basisinkomens verdedigt en om geweldloos te zijn in vrede en liefde voor alle levende wezens. Ik smeek u, redt tenminste uzelf en uw medetoegewijden het tij te keren van de moderne neergang van ons menselijke gebod. Hoewel de Vedische cultuur teloor ging vanwege het ontkennen van het menselijke gebod, bestaat er werkelijk geen andere manier om geestelijk, sociaal, religieus en ook lichamelijk gezond te zijn.

Dit tweede boek van inspiraties bespreekt achtereenvolgens  in tien hoofdstukken in dialoogvorm de vragen van 1) hoe men moet mediteren op Zijn gedaante, hoe men 2) zowel de tijd moet achten als de persoon voor een culturele basis, waarom men 3) toewijding moet omarmen als een alternatief, hoe men 4) zijn respect kan tonen voor de Oorspronkelijke Persoon, hoe 5) een creatieve persoon tewerk gaat in trouw aan de tradities, wat 6) de Oorspronkelijke Persoon van Allen heeft te bieden als Zijn giften, wat 7) Zijn verschijningen waren voor en nà de val van de Vedische beschaving, 8) welke vragen specifiek worden opgeroepen door deze kennis, hoe 9) de Hoogste Persoon van het Gezag zich openbaarde voor het doel van deze kennis en tenslotte 10) welke antwoorden worden gegeven op de fundamentele vragen over de gedaante van de Persoon van Alle Kennis en onze evolutie daarmee.
De logica van dit tweede boek verschilt van de logica van het eerste. Verschillende vormen van logica werpen een verschillend licht op de zaak, zodat die beter kan worden begrepen. Deze veelzijdige benadering is fundamenteel voor dit soort van spirituele kennis van de zelfverwerkelijking die we in boek één filognosie genoemd hebben, een term voorgesteld als een westerse vertaling voor het Sanskriet begrip ātmatattva. In het eerste boek gingen we uit van het gezichtspunt van de filosofie met het bespreken van de verschillende ideeën en termen in relatie tot het onderwerp van de persoon. In dit tweede boek redeneren we andersom. Vanuit het gezichtspunt van de persoon bespreken we nu de ins en outs van het kennis nemen van dit filosofische onderwerp van studie. Het eerste boek bestaat uit monologen, essays, reflecties en verhandelingen die de basistermen uiteenzetten. Deze monologen wijken in grote mate af van de oorspronkelijke teksten in het Eerste Canto en weerspiegelen meer wat de algemene manier van denken is in verband met deze teksten. Ze vormen nauwelijks een directe betekenisverklaring van hen. Het tweede boek bestaat uit dialogen tussen een zoeker en een leraar die daarentegen zeer nauw de oorspronkelijke tekst volgt en ook, waar nodig, uitweidt over de mantra's in het tweede Canto. In de filosofie geeft men over het algemeen de voorkeur aan de dialoog als het medium voor waarheid en persoonlijke werkelijkheid. Het hele Bhāgavatam wordt om die reden aangeboden in de vorm van een raamvertelling in dialoogvorm. Aldus komen we, na onze niet-dialectische maar noodzakelijke inleidende filosofische oefeningen om een greep te krijgen op de termen van onze filognosie wat betreft de persoon op de eerste plaats, nu toe aan de filosofie van de persoon vanuit het meer empathische gezichtspunt van de persoon die weet in gesprek met de persoon die zoekt. Twee personen die we allen in ons hebben.

Swami Anand Aadhar, 6 oktober 2016







The Person

De Persoon

Admin edit SideBar

Blix theme adapted by David Gilbert, powered by PmWiki