Boek1

Inspiratie 19


Het Geheim, de Gelofte en Initiatie



Samenvatting

De Persoon van de Transcendentie te bereiken vormt de bedoeling van de meditatie. De vanbinnen/vanbuiten dimensie draagt al de betekenis in zich van ware vooruitgang en bevrijding. Onze ego's die in de weg staan worden aldus uitgedaagd in te passen in een meer natuurlijke beheersing van de menselijke identiteit. Niet tegen de natuur ingaand met een natuurlijker achting voor de tijd en het menselijk gebod, is geen geringe zaak. Het vormt het essentiële motief van bevrijding vinden met de Persoon van de Natuurlijke Harmonie die vele eisen stelt. Want ons afkeren van de dierlijke staat mag niet inhouden dat we ons afkeren van de natuur, Zijn natuur, in de ruimste zin. Dat moet ook worden onthouden. Om ons van die manier te verzekeren, van dat trainen van ons bewustzijn, moeten we onze leraren respecteren, met name degenen die een alomvattende filognostische zelfverwerkelijking ondersteunen natuurlijk. We moeten ook de boeken lezen van achting voor Hem Verheerlijkt in de Verzen. Zelfs het onpersoonlijke intellect vormt, inbegrepen in het filognostisch concept, een weg om de Ideale Integratie van onze Vervulling  te benaderen. Ook de omgang met andere transcendentalisten voor het heil van de persoon en de Persoon, vormt een essentieel onderdeel van het vinden van je eigen unieke weg. Daarom moeten we niet vergeten de essentiële stappen te nemen van de geestelijke vooruitgang: geloften af te leggen wat betreft het menselijk gebod van het respecteren van de persoon, op de hoogte te raken van vertrouwelijke persoonlijke geheimen door vragen te stellen en teksten te lezen en om te worden geïnitieerd in de cultuur van emanciperen met, en het vinden van, je oorspronkelijke aard van dienst verlenen aan de Persoon van Alle Succes en Liefde.

Je naar binnen keren en harmonie vinden, geluk en spirituele samenhang met de Persoon van de Bovenzinnelijkheid, vormt het doel van de meditatie. De buitenwereld werkt, opmerkelijk genoeg, in dezelfde richting, van buitenaf prikkelt ze met impulsen onze zinnen en conditioneert ze aldus onze lichamen naar tijd en omstandigheid. De materiële wereld werkt van buiten naar binnen en de slimme mediteerder beseft dat hij/zij enkel maar met die stroom mee hoeft te gaan... Maar dat is, wederom, makkelijker gezegd dan gedaan. Je ego is geneigd het tegendeel te zoeken van wat moeilijkheden gaf en zal projecties voortbrengen van binnenuit, ervan uitgaande dat een oefening van de vrije wil eerder de manier is dan een kracht te aanvaarden die van buitenaf werkt. Je met de stroom mee laten voeren leek het probleem te zijn, die stroom was nogal duister met weinig achting voor jou als een persoon. Eigenlijk, schijnt er geheel geen orde te bestaan in de geluiden, geuren, aanblikken, gevoelens en smaken die de natuurlijke wereld biedt. Alles wat je mag weten is dat ze een functie van de tijd vormen en dat er een aantal abstracte natuurwetten bestaan. Aldus wijst men als een persoon, als een vertegenwoordiger van de orde boven de tijd, betekenis toe aan de zinsindrukken. In feite gaat men moreel tegen deze impulsen in met een geest die aan een standaard beantwoordt van wat we als menselijk beschouwen in tegenstelling tot de dierlijke staat van onwetendheid en instinctief gedrag. Zoals besproken in Inspiratie 5 komen we, strevend naar menselijke verbondenheid, aldus uit op een idee van menselijke waarden in verschillende velden van menselijke activiteit betreffende de twee geest/stof en individueel/sociaal dimensies van het leven, de kwalitatieve en kwantitatieve dimensie. We vonden op die manier de basisbelangen van het reguleren van onze materiële weelde, onze natuurlijke en religieuze plichten, onze bevrijding in dienstverlening en de vrijheid van omgang. Daarop kwamen we later in dit boek in inspiratie 15 tot de kennis van de drie disciplines van het verenigen van ons bewustzijn ter wille van de menselijke harmonie en het begrip. Met het besproken hebben van onze menselijke zwakheden stelden we vervolgens dat het zich verenigen, dat we graag willen en nodig hebben om in vrede te leven, achting voor basale menselijke waarden vereist en principes van regulatie waarmee we onze menselijke werkelijkheid creëren, ons menselijke gebod. Het eindresultaat van deze realisatie was dat we erin slaagden een eenvoudig stel individuele menselijke waarden te formuleren die nauw in verband staan met de algemene burgerwaarden van de regulatie waar we mee begonnen. Eerlijk, trouw, delen en helpen - of niet liegen, bedriegen, stelen en kelen - volgen direct uit het respectievelijk reguleren van de economie, het reguleren van ons dharma, het reguleren van de arbeid en de regulatie van de associatie van ons ego dat we met elkaar en de andere levende wezens hebben.
Aldus bouwen we een beschaving en cultuur op om orde te hebben op deze planeet die we als menselijke wezens bewonen. Maar met dat opbouwen gaan we als personen in tegen de door de natuurwet beheerste oplegging van de materiële energie die inwerkt op onze zintuigen. In die tegenbeweging, dat ingaan tegen de stroom zoals vermeld, vinden we niet vanzelf harmonie. Met onze vicieuze cirkel van dierlijke neigingen, neigen we tot destructief gedrag in onze culturele voorkeuren omdat we, eenvoudig gezegd, de zaken graag makkelijk willen hebben. De Grote Persoon van het Universum toegewijd zijn is geen eenvoudige aangelegenheid. Ons ego is een soort van bedrieger die ons er toe verleidt de natuurlijke complexiteit te ontkennen. Het is makkelijk en relatief onschadelijk, zo lijkt het dan oppervlakkig gezien, om er lineaire tijd op na te houden, om vlees te eten, meer te heersen met geld en bezittingen dan met moraal en om meer onze zinnelijke verlangens van dienst te zijn dan ze te beheersen. Maar omdat we op die manier de zaken niet onder ogen zien zoals ze van nature zijn, generaliseren en vergroven we en komen we dan uit op conflicten en illusies in relatie tot zowel de natuur als met elkaar. Aldus bereiken we het tegengestelde van wat we willen. We gaan tegen de natuur in met onnatuurlijke levensritmen, we gaan tegen het dierenrijk in door een superieure positie in te nemen, we gaan tegen het menselijke gebod in door met politiek geslepen verhulde vormen van immoraliteit door b.v. in tegenstelling tot de 'bezitlozen' het eigendom van de hulpbronnen van de aarde te claimen die in feite de gezamenlijke natuurlijke erfenis vormen waar we allen evenveel recht op hebben. En ook onze liefdesrelaties neigen tot machtsstrijd in plaats van tot overeenkomsten om met vrijwillig afzien de Allerhoogste Persoon van de Vrede en de Liefde van dienst te zijn. Bekeken vanuit een klassiek psychologisch gezichtspunt kozen we voor de weg van het lustprincipe en dwaalden we af van het pad van het werkelijkheidsprincipe. Het ego zou niet vals zijn met de juiste regulatie van onze lust, maar onze wetboeken kunnen ons er niet echt toe verplichten. Politiek staan we machteloos in dezen. Zonder de vrijheid je eigen weg te vinden werkt het ook niet. En zo liep het van het scheppen van orde uit op disharmonie. En hoe meer we het beter proberen te doen, gebaseerd op de vrije wil van ons ego van identificatie met ons materiële belang, hoe erger het schijnt te worden. Onze motieven gaan gebukt onder onzuiverheid en ons menselijke en maatschappelijke zelfvertrouwen is ondermijnd door nevenmotieven.

De klassieke oplossing voor dit probleem, van het tegen de natuurlijke stroom ingaan met onze vrije wil en egobelangen en het aldus bereiken van het tegenovergestelde, is het respecteren van onze leraren. De zelfrealisatiebedoeling ze te internaliseren, zoals besproken in Inspiratie 3, wordt in het leven niet automatisch bereikt. Gewoonlijk is het de klasse van het intellect, de geleerden, wijzen en eeuwige studenten, die verondersteld wordt ons uit onze volwassen problemen van ego en onwetendheid  te leiden. Maar, zoals we zagen in onze voorgaande Inspiratie,  zijn we, wederom, geneigd het onszelf makkelijk te maken, geplaatst zijnde voor de moeilijkheid om boeken te lezen en te luisteren naar hun schrijvers. Om de intellectuelen, vanuit de arrogantie van ons ego, te vervloeken dat ze navelstarende autisten zijn die zelfs nog nuttelozer zijn dan werkeloze arbeiders, vormt onze eigen verdoemenis. Want we moeten niet het slachtoffer worden van onze eigen psychologie van egoweerstand tegen de volwassenen-educatie die we nodig hebben. Met het ons afkeren van boeken en schrijvers, niet van onze werkelijke problemen getuigend van focus en geheugen, intelligentie en samenhang, keren we ons af van hun en onze eigen toewijding tot de Allerhoogste Schrijver van Alle Schrijvers, de Schepper van de Scheppers, de Kenner van Alle Kenners. We verliezen de Persoon van de Wijsheid uit het oog en verliezen onszelf zo ook uit het oog die als personen deel uitmaken van die Grotere Persoon. We spraken over de vervreemding en het impersonalisme van een materialistische samenleving, en de materiële, spirituele en persoonlijke manieren dat te overwinnen. Maar het intellect moet niet worden beschouwd als een materialistische benadering, ondanks het feit dat veel mensen van intellectueel succes goed betaalde banen bezetten als vertegenwoordigers van het betwijfelde systeem. In feite moeten alle intellectuelen, hoe abstract ze ook zijn, afkeurenswaardig, autistisch en moeilijk te begrijpen of vol van afwezigheid ze ook zijn, worden geacht als vertegenwoordigers van de Persoon van Alle Intelligentie en Kennis. De Grote Persoon van Samenhang en Zijn medewerkers kunnen we niet missen, want de ware vloek van zich bewust hebben gericht op het duister van de onwetendheid zal ons treffen als we ons van hen afkeren.
Om op hen te mediteren - met de nodige kritische reserve voor hun gebrek aan zuiverheid - en hun Ondersteuning te zijn toegewijd, staat gelijk aan het zich onderdompelen in een rivier van een pelgrimsoord bevolkt door wijzen. Zij, afhankelijk van hun graad van spirituele ontwikkeling, bovenzinnelijkheid, discipline, associatie en niveau van persoonlijke realisatie en betrokkenheid, bieden de gelegenheid om zich te ontdoen van alle gehechtheden die je afschermen van het licht van de kennis. De onpersoonlijke benadering van vele intellectuelen, de harde, moeilijke weg die ze volgen, leidt uiteindelijk tot hetzelfde resultaat van de Persoon van Alle Integratie Vanbinnen en Vanbuiten, als de discipline van rechtstreekse toewijding. Ook zij zijn toegewijden van de Persoon van het Universum die zweren bij integratie, vrijheid van illusie, recht en waardevrijheid. Het zich betrekken op de scholen, literatuur, ashrams en instituten van beide categorieën van het intellect, staat gelijk aan het nemen van de bus in plaats van te gaan lopen. Een lading karma valt van je af als je je voegt bij hun gezelschap. Hun adviezen opvolgen bespaart je veel harde levenslessen. Zij die heersen over de kennisbasis van onze cultuur, vormen de hoogste klasse in onze samenleving. Zelfs schoolkinderen en oudere studenten van spirituele scholing en/of wetenschappelijke discipline bekleden een hogere status dan koningen en koninginnen zonder. Men kan lering trekken uit zowel de leraren als hun leerlingen. Er bestaat tussen hen geen verschil werkelijk behalve dan in ervaring, beiden dragen ze dezelfde last van de traditie en wijsheid en werpen ze hetzelfde licht, min of meer, op je weg door het leven. Hoewel de maatschappelijk geëngageerde intellectuelen of de meer afzijdige meditatieve transcendentalisten vaker wel dan niet een boek - of een bestand dezer dagen - lezen, liever dan te luisteren en te reageren op oppervlakkige kletspraat, moet niettemin de associatie van deze mensen te allen tijde worden gezocht, zelfs als hun disciplines onvolledig zijn, want zij vormen de spirituele specie van de kennis en de intelligentie waar onze menselijke samenlevingen van vrede en harmonie mee zijn opgebouwd. Als je geleerd hebt van de ene leraar en leerschool, kan er een andere volgen. Aldus lerend je eigen weg door het systeem van spirituele en wetenschappelijke scholing te vinden, kan de Persoon van de Bevrijding bereikt worden. Maar met name de leraar die men nodig heeft voor spirituele vooruitgang kan moeilijk te vinden zijn. Zuivere toewijding van pure goedheid en andere bevorderlijke kwaliteiten is zeldzaam. Maar als men dan zo'n ziel van zuivere bedoelingen en praktijken heeft gevonden, is men gered, want hij/zij is een ziel waar men gewoonlijk stabieler op kan bouwen dan op spiritueel niet ontwikkelde onpersoonlijke leraren van de wetenschap die slechts een beperkte leergang bieden. Enkel maar de stilte van zulke zielen, zelfs nog meer van goud dan het zilver van hun spraak, kan volstaan om een ronddolende persoon te genezen van zijn grootste pijnen van eenzaamheid en verwarring. Met deze bakens, kan het spirituele geluk en het betere gezelschap worden gevonden die het mogelijk maken om de overtolligheid aan ego van je materiële controle te onderwerpen. 

Zoals gezegd, zij die geleerd hebben, de geleerden, kunnen lastige karakters hebben. Ze vereisen speciale vormen van benadering.Ten eerste vraagt het om een benadering van respect met een geest vol van vragen. Ze zullen zich niet op een bevredigende manier uitlaten tenzij je de juiste vragen stelt. Als mikpunt van kritiek zullen ze zich als dom voordoen, ongeletterd en zich afkeren. Ze verdoen hun tijd niet en hebben wel wat beters te doen dan een geluidsbox te vormen voor je egoverlangens die alleen maar lawaai produceren in hun oren. De speciale benadering die nodig is wijst erop dat ze je niet zo makkelijk zullen inwijden in hun wereld van kennis. Als je ze het niet naar behoren vraagt, mag je je gelukkig prijzen dat ze het opschreven zodat je het kan lezen. Evenzogoed zien ze ervan af om zelfs maar te schrijven, want waarom zouden ze, als je nog niet eens goed weet te luisteren naar de paar woorden die ze uiten? Als respect betuigen niet onze cultuur is uit wantrouwen over ieders onzuiverheden, kan een dergelijk tekort een hindernis vormen die lastig te overwinnen is. Zo kunnen er dan vele geheimen zijn waar je niet van op de hoogte wordt gesteld, kan er veel vertrouwen zijn dat je niet wordt geschonken omdat je je gelofte niet duidelijk maakte, en wijden ze je mogelijk nimmer in in de praktijk, want wie zal er geïnitieerd worden zonder er klaar voor te zijn? Gesloten oren vanwege een innerlijk en uiterlijk kletsende geest, openen zich niet door te spreken. Men opent zelf zijn oren door vragen te stellen, niet door te praten. Een discussie beginnen b.v. over hun karakter, hun nalatigheden of fouten is zinloos, ze zullen koste wat het kost proberen te ontsnappen aan de hartstocht en onwetendheid van het wijzen op dit soort zaken, want ze rijpten door zelfcorrectie en feedback in een vertrouwde omgang. In de cultuur van de toewijding werkt kritiek oefenen niet. Iedere toegewijde is per slot van rekening een vrijwilliger die je makkelijker kwijt raakt dan rijk bent. Ieder klein beetje genade dat er is moet worden verwelkomt, hoe onvolkomen ook gepresenteerd. Dat maakt het moeilijk om spirituele omgang te vinden, die op te bouwen en te onderhouden. Men moet dit allemaal in de praktijk leren, maar niet alle kenners houden ervan te herhalen en te begeleiden in dezen.

In overweging van het feit dat het stellen van vragen de juiste manier is om spirituele kenners te benaderen en omgang met ze te krijgen, is het de vraag wat je zou moeten vragen. Waarom je moet mediteren, waarop je moet mediteren en hoe je moet mediteren, alsook wat en wie men van dienst moet zijn en wanneer en welke zaken contraproductief zouden zijn voor de bedoeling bevrijding te bereiken in zelfverwerkelijking, zijn aannemelijke vragen. Van alle mantra's maakten we melding van één als  'noch dit, noch dat' en kenden we ad hoc vele namen toe aan de Allerhoogste Persoon om op te mediteren. Niettemin is er veel niet gezegd en uitgesteld om later te bespreken. En er bestaat geen garantie dat alles zal worden opgeschreven. Niet door mij of door iemand anders. Oorspronkelijk is de traditie van deze kennis ook van mondelinge overlevering. Mensen gaan per slot van rekening vóór dingen zoals boeken. En dus ontwikkelen we ons slechts stap voor stap, generatie na generatie, dankbaar voor de genade die we vonden. Details van het proces van overstijgen en emanciperen zijn tot dusverre nog niet besproken in dit boek. Er werden geen alternatieve vormen van filognostische intelligentie beoefend. Er werden geen verhalen verteld los van de verhalen vermeld in de hoofdstukken waar we aan refereren en die moeten volstaan. Geen verdere historische referenties naar feiten en personen werden geboden, noch was er sprake van enig detail aan culturele referenties. Deze serie van Inspiraties hangt nogal in het luchtledige van de filosofische gissing. En dat is zoals het moet zijn om mee te beginnen. We gaan uit van een authentiek filosofisch gezichtspunt, ons oprecht afvragend wat de spirituele wetenschap van de zelfverwerkelijking allemaal zou inhouden. Aldus vertrouwd rakend met het begrip van de filognosie, hier voorgesteld als de basiswerkelijkheid van het kennen van jezelf, is het makkelijk naast je neer te leggen. Het was maar een kleine informatieronde van een enkele toegewijde genaamd Aadhar die zijn excuses aanbiedt voor de onvolkomenheden van zijn redeneringen. Iemand anders zal het ongetwijfeld anders doen en men moet nimmer de kans missen om van verschillende bronnen te leren. Dat is hoe alle geldige kennis wordt verkregen uiteindelijk. Tot zover is er nauwelijks een hard feit geopenbaard, noch is er serieus enige polemiek overwogen. Zo zij het dan allemaal. We zullen zien wat er later volgt of niet. Niettemin, tot zover, werden er vele termen gepresenteerd, op een samenhangende manier, als een voorlopige oefening om zich voor te bereiden op verdere niet vertelde geheimen van dit kennisgebied, voor meer expliciete geloften die men zou willen afleggen naast de algemene van het 'eerlijk en trouw, delen en helpen' zoals ontleend aan de menselijke basiswaarden, en voor verdere inwijdingen die men kan ontvangen om te leven met deze geestelijke kennis. Als men één hoofdstuk of inspiratie per week leest, kan het zo'n negen à tien maanden hebben geduurd voordat je de laatste pagina van deze Inspiraties hebt bereikt, enkel maar om in te zien dat het je niets meer biedt dan een toegangsbewijs om gezworen, vertrouwd en ingewijd te raken. Deze basisstappen van de geestelijke vooruitgang moet men zelf nemen met de nodige achting voor de zielen die doorkneed zijn op dit gebied. Zo is het nu eenmaal. Je leven veranderen moet men niet licht opvatten, met name niet zonder verder het nemen van deze drie essentiële stappen te overwegen. In de aangelegenheid van het mediteren kan je niet echt je doel bereiken zonder dit te overwegen en moeten we aldus serieus de Tijd nemen die de Persoon is die we nodig hebben.

Bron voor deze Inspiratie:
S.B. Canto 1, Hoofdstuk 14






The Person

De Persoon

Admin edit SideBar

Blix theme adapted by David Gilbert, powered by PmWiki