Boek1

Inspiratie 16


Weg van Moeder Aarde, de Zwakheden



Samenvatting

Wij die als geesten leven in een materiële gedaante kennen, ons baserend op een materiële visie, niets anders dan ruimte, tijd en materie. Met de filognostische visie echter ziet men, in een breder perspectief, ruimte voor de verwerkelijking van onze visie, een tijd van leven met een doel en een oorzaak voor de materiële vorm. De volle diversiteit van de filognostische realisatie biedt een bestaanskeuze die met zijn moraal de ganse planeet kan terugleiden naar een meer natuurlijke, veilige positie, waarin het ergste van onze collectieve en individuele problemen zal oplossen. Dat wat in de weg staat van deze realisatie van menselijke vooruitgang zijn onze zwakheden. Ze worden omschreven als een vicieuze cirkel van dierlijke neigingen, leidend tot onvolkomenheden die eventueel uitgroeien tot gebreken die vele natuurlijke beperkingen met zich meebrengen als lichamelijke en geestesziekten die op hun beurt de sociale geest verontreinigen met minder redelijke en meer emotionele persoonlijke vormen van leed die dan weer verder de dierlijke neigingen versterken. Aldus kunnen we in een spiraal neerwaarts bewegen in waanzin, dictatuur en verdwazing, als het ons ontbreekt aan de menselijke missie van het handhaven van de schepping middels het overwinnen van onze zwakheden. Alleen met achting voor Vader Tijd en Moeder Natuur kunnen wij, als hun kinderen, dit tegengaan en deel uitmaken van de waarheid van het duurzame spirituele geluk en verenigde bewustzijn van de Goddelijke Persoon van de Natuur..

Voor de materialist bestaat er niets dan ruimte, tijd en materie. Voor de filognostische persoon is er de cultuur van het kennen betreffende deze werkelijkheidsopvatting, de Werkelijkheid van de Grotere Persoon. De materialist kijkt naar buiten en ziet niets anders dan wat hij ziet. De filognostische persoon van zelfverwerkelijking is zich daarnaast ook bewust van degene die hij zelf is, de getuige, de ziel die een geest heeft, degene die leeft en de controle heeft over en de verantwoordelijkheid heeft voor een gedaante.

De filognostische visie biedt een extra dimensie van betekenis. Daar waar materie is ziet hij vorm met een oorzaak, daar waar de tijd is ziet hij leven met een bedoeling en daar waar ruimte is vindt hij geest met een vrije wil. Alle drie samen vormen ze voor hem de integriteit van de Volledige Werkelijkheid van de Persoon, de eigenlijke betekenis van de schepping. In zichzelf kijkend, de innerlijke ruimte, ziet de materialist leegte, maar de persoon van zelfverwerkelijking ziet tijdloos bewustzijn, persoonlijkheid en potentieel. De buitenruimte is voor hem de ruimte die wordt geboden om betekenisvol bezig te zijn met de gereedschapskist van al de middelen, het fortuin, bevorderlijk voor het bereiken van de Persoon van Zowel de Innerlijke als de Uiterlijke Werkelijkheid, Hij die de kennis biedt, de continuïteit, de verbondenheid en het geluk van de volledige verzonkenheid in Hem. De persoon van de filognosie heeft een sterk verlangen om deel uit te maken van Zijn manifestatie en te genieten van Zijn glorie middels toegewijde activiteiten die de mensen bijeen brengen in vrede en voorspoed. Zijn motief bestaat eruit gelukkig te worden door anderen gelukkig te maken, terwijl de materialist gemotiveerd is voor verwerven en bezitten, voor het zichzelf gelukkig maken met het verwaarlozen van zowel de anderen als de spirituele dimensie.
In de voorgaande Inspiratie kwamen we tot het inzicht dat de algemene vervreemding die iedereen ervaart met andere personen in de buitenwereld het geloof in jezelf ondermijnt alsook het geloof in de Persoon van het Uiteindelijke Zelf die je altijd zo goed als je kan probeert te benaderen. Ook de vervreemding van de materialist in relatie tot de filognostische persoon zoals hierboven beschreven, vormt een ernstige hindernis op het pad van de vrede, het welzijn en de voorspoed van de wereld. Daarom streven we naar het verspreiden van deze kennis en de praktijken die erbij horen. Er moet voor iedereen een kans bestaan om er kennis van te nemen, zelfs als men daar niet direct om vraagt. Ook het recht om nee te zeggen is een mensenrecht dat niet moet worden ontkend in geheimhouding. Want wie kan nu weten wat hij mist als hij er niet over gehoord heeft? Het is een kwestie van plicht om ook je existentiële weelde te delen met anderen en om hen te geven, vrijblijvend van de oplegging die zo populair is onder materialistische politici, zoals we eerder vermeldden in Inspiraties 6 en 13. Geluk is enkel terecht en juist als je het zo goed als je maar kan deelt. En voor dat doel moet het, ten dele, worden opgeofferd. Goed gezelschap is belangrijk, maar met een zelfzuchtig motief, is dat helemaal niet zo goed en zal het zelfs bederven.
We spraken - in Inspiratie 8 - van de theïst, de gnosticus en de spirituele persoon als de gelovigen typerend voor de religie, de zelfverwerkelijking en de transcendentie. De materialist gaat tegen hen in met atheïsme, agnosticisme en rationalisme. In de filognosie dit probleem van de vervreemding nader beschouwend zien we dat deze 'andere, vervreemde mensen', 'deze materialisten' net zoals wij zijn in een vroeger stadium, ook al kunnen ze dat zelf zo niet zien. Natuurlijk zijn we er trots op onszelf te zijn in welk stadium van ons leven dan ook. Men kan zijn leven beginnen als een religieuze persoon en geleidelijk aan een geharde rationalistische wetenschapper worden die niet meer zozeer gelooft in de 'primitieve' religieuze benadering. Maar omgekeerd kan zich dat ook voordoen. Vooruitgang in dit filognostische weten is niet zo lineair, vooruitgang in dezen vormt geen absoluut begrip. De tijd gaat alleen maar vooruit, maar wij gaan alle kanten op. Een wetenschapper die de wonderbaarlijke aard van Zijn Volledige Weelde ontdekt, kan religieus worden en opeens de reden van het doen van gebeden en meditaties begrijpen. Hij kan ontdekken dat het er allemaal om draait volledig te worden en dat het er niet zo zeer om gaat om deze positie of dat gezichtspunt in te wisselen voor die positie of visie. Een spirituele persoon kan net zo goed, vanwege teleurstellingen in zijn geestelijk leven, een wetenschapper worden die alleen maar in bewijzen gelooft of een sceptisch filosoof worden die wordt bewogen door fundamentele twijfel. Middels welke evolutie men het geheel van deze betekenisfilosfie ook benadert, men komt er vroeg of laat achter dat men zich op een schijnbare manier ontwikkeld heeft en iets bereikt heeft als men niet heeft gewonnen aan filognostische volledigheid. Een wetenschapper die het leert om te mediteren na te hebben ontdekt hoe heilzaam het is om zijn aandacht naar binnen te richten, zal nog steeds een wetenschapper zijn. Een filosoof die zich aangetrokken voelt tot de bovenzinnelijke positie die de enige manier blijkt te zijn om zijn geest onder controle te krijgen na al zijn denkoefeningen, zal nog steeds een filosoof zijn, een betere zelfs. Filognosie gaat dus niet over het worden van deze of gene vertegenwoordiger van een vorm van intelligentie naar eigen voorkeur. Men wordt er meer toe aangemoedigd te komen tot het idee van zich vrij rond te bewegen in een filognostisch gebouw van, zoals gezegd in de voorgaande Inspiratie, 3456 identiteitsposities, waarmee een ieder zijn weg in het leven kan vinden zonder dat hij op een andere persoon hoeft neer te kijken als zijnde minder of primitiever. Zich naar de top van het gebouw begevend kan men het gevoel hebben enorme vooruitgang te boeken, terwijl men op dezelfde manier, zich naar beneden in het gebouw bewegend, even zo goed het gevoel kan hebben dat men eindelijk stap voor stap naar behoren vaste grond onder de voeten krijgt in het leven. Wat telt is het winnen aan ervaring en het niet verdringen van de geleerde lessen. Dit bereiken van de volledigheid, van complete verzonkenheid in Hem, ook in de praktijk, vormt het filognostische wonder jezelf in een spel te bevinden van eindeloze mogelijkheden en avonturen in zelfverwerkelijking.

Zelfverwerkelijking op de filognostische manier, de alomvattende manier, kan zomaar de oplossing zijn voor al onze menselijke problemen, maar sommigen zullen misschien opmerken dat zo'n voorstelling van de werkelijkheid enkel een ander soort van matrix zou vormen. Dat gebouw kan een fantasie zijn die we zelf hebben opgebouwd, terwijl de aarde ondertussen meer en meer verzwakt en verdrietig raakt met het verliezen van al haar glorie en geluk in het leven. Cultureel gesproken kunnen we zijn zoals we dat zelf graag willen. Je kan worden wat je maar wilt. Maar zijn we ons bewust van de prijs die we betalen als we alleen maar met een andere vorm van culturele zelfzucht bezig zijn? Zijn we werkelijk verbonden met de Grote Persoon van het Geheel van de Natuur? Dat is het punt. We hebben een kenniscultuur nodig die de tand des tijds doorstaat. Niet een andere cultuur die opnieuw ten val komt in het bereikt hebben van zijn grenzen wat betreft het uitbuiten van anderen, van dieren, planten en de planeet aarde. Vanaf onze eerste inspiraties zeiden we dat het verval, de treurigheid van moeder aarde het probleem is en dat de filognostische integriteit van de religie, de gnosis en de spiritualiteit de oplossing vormt voor onze eenzijdige materialistische opties. Maar klaarblijkelijk raken we, terwijl we in onze vervreemde posities worden tegengewerkt door allerlei soorten materialisme, voortdurend verzwakt in onze menselijke eenheid. Filognostisch schijnen we niets meer te zijn dan een ander soort -isme, ook al houden we er niet van het zo te bekijken. Om niet in deze val van een nep-alternatief te lopen, moeten we ons bewust zijn van de vicieuze cirkel van zwakheden waarmee we in onze materiële motieven geneigd zijn de kelder in te draaien, weg van de natuurlijke harmonie van moeder natuur, ten val komend in een donkere put van obsessies waar we het licht niet meer zien, waar we geen uitweg meer weten. Dus vragen we onszelf naar de reden van deze cirkel van droefenis. Zijn we in onze gnostische realisatie niet religieus genoeg misschien en zien we daarom alles de kelder in gaan met het niet bereid zijn offers te brengen voor het algemeen belang? Zijn we dan wellicht te egoīstisch in onze huwelijken, te makkelijk weer scheidend ten koste van de kinderen? Is ons schoolsysteem te veel gericht op materiële resultaten in plaats van op het ontwikkelen van menselijke kwaliteiten? Is ons intellect gecorrumpeerd ter wille van de macht en de weelde, in plaats van de emancipatie van een ieder te beijveren? Is het de Democratie 1.0 die ons geloof ruïneert in een nimmer eindigende politieke redetwist? Of houden we er simpelweg te veel slechte gewoonten op na in het eten en drinken van het verkeerde en verzwakt onze hersen- en lichaamsfunctie omdat we bijvoorbeeld elektrosmogzombies worden zonder een hart voor - en aanwezig zijn bij - elkaar? Zijn we te seksueel en te verdwaasd misschien met een vals fysiek geluk of zijn we, omgekeerd, allemaal gevangen in een verkillend celibaat vechtend voor een valse notie van liefde, eer, intelligentie, ego en trots? Duidelijk hebben we, in het geval van verstrikt zijn in deze zaken, ons wegbewogen van - en hebben we de harmonie verloren met - de natuur, moeder natuur die de perfectie zou zijn van de manifeste eenheid in verscheidenheid, die ons allen voedt en in stand houdt en die al de soorten dieren, planten en de mens, een unieke individuele aard en sociaal ecologisch leven gunt. Het uiteindelijke filognostische antwoord op al deze vragen is dat we, in dat geval, het contact hebben verloren met de Oorspronkelijke Persoon van de Volledigheid binnenin onszelf en de Grootste Kosmische Persoon van Alle Kwantiteit buiten ons, want Hem herkennen we niet zo gauw als een persoon die het manifeste van de natuur is, compleet met al de andere planeten en universa.

Met het missen van de filognostische betekenis van het Kosmisch Absolute van Hem, Zijn openbaring in onze levens zoals besproken in Inspiratie 11, raken we makkelijk gevangen in een vorm van wanhoop die je kan vergelijken met een hond die achter zijn eigen staart aanzit. Van de dierlijke neigingen van slapen, paren, eten en vechten, komen we uit op menselijke onvolkomenheden als zich vergissen, liegen, ontkennen en bedriegen, omdat we in de dierlijke positie snel overweldigd raken door illusie met het vergeten van onze menselijke talenten. We gebruiken onze menselijke talenten voor het verkeerde materiële doel als we gevangen in het ego van 'ik' en 'mijn' nalaten stabiliteit te zoeken in het meditatief bij onszelf naar binnen kijken voor onze voldoening, vrede en beheersing. We vallen dan als menselijke wezens voor gebreken gekenmerkt door projecties op de buitenwereld als jaloezie, woede, bezitsdrang, valse trots, misleiding en lust. Onze vrije wil, zonder de beperkingen van Zijn Persoonlijke Leidraad, kan corrumperen in bewuste handelingen gericht tegen anderen, ten koste van anderen, waarin we hen vergeten als deel uitmakend van onszelf, terwijl we verstrikt zijn geraakt in het materiële leven. Deze ellende van slecht zijn met anderen leidt tot verder persoonlijk verval en disharmonie met je natuur, hetgeen zich uit in de vorm van natuurlijke beperkingen als ziekte, een gebrek aan zelfbeheersing, mismoedigheid, psychische instabiliteit, achteloosheid, illusie, twijfel, luiheid en pijn. Op dit punt geplaatst voor de symptomen van disharmonie, ben je het spoor bijster wat betreft de oorzaken ervan, zie je alles duister in en als niet verbonden, met gevoelens zelf het slachtoffer te zijn, ondertussen vergetend dat je vlak daarvoor de gouden regel hebt overtreden van het herkennen van je eigenbelang in dat van anderen. De zegswijze 'wie goed doet, goed ontmoet' vergeet je makkelijk. Met vele mensen die onbekend met de filognostische cultuur van de kennis uitkomen op deze toestand van menselijk falen en ongeluk, raakt de sociale geest bedorven. Collectief gaat men zich dan een vijand voor de geest halen bijvoorbeeld, een zondebok, of doet men zich beter voor dan de andere cultuur, of sluit men anderen buiten en/of discrimineert men anderen op basis van hun seksuele voorkeur, hun huidskleur, of hun klasse van geboorte, of kleurt men politiek alle mediapresentaties in een propaganda-oorlog, of rationaliseert men alles weg wat doet denken aan de collectieve mislukkingen en beland men zo in een staat van een totaal wanbegrip van de werkelijkheid. Men kan zich individueel tot een neurotische persoon ontwikkelen, een psychisch geval vol van paranoïde valse oorzakelijkheid, of collectief tot een verwarde natie met een identiteitscrisis na de sociale mislukking om de schijn op te houden in het gezagsconflict van de grotere cultuurneurose waar men zich niet van kon ontdoen. Dan wordt men, uiteindelijk, volkomen beheerst door zijn emoties. De geaardheid hartstocht versloeg je goedheid en de rede werd een slaaf van gehechtheid, door de valse voorkeur van, bijvoorbeeld, het enkel liefde hebben voor je eigen partner met het verwaarlozen van al de anderen. Onwetendheid krijgt de overhand, men verliest zijn intelligentie, zijn vrijheid van begrijpen, omdat men, te wazig van geest en te gecompliceerd in zijn neurose, zich niet meer kan concentreren op welke geschreven of gesproken tekst ook. Ieder mogelijk verwerven van kennis is onmogelijk geworden. Een grote aversie heeft de overhand gekregen, nadat men in ongeloof verviel in totale vervreemding zelfs van zichzelf. Gebaseerd op emoties lijden alle conversaties onder ge-opinieerd ego zodat men niet meer in staat is te luisteren. Op het laatst, op de bodem van de donkere put van het leven, alle liefde in het leven kwijt zijn geraakt, wordt men overmand door angst voor het leven zelf. Individueel belandt men in wanhoop en geestesziekte op die manier en collectief in soortgelijke politieke en economische crises en oorlogen omdat men alle menselijke rede verloor. Vanuit de emotionele staat is men in feite teruggevallen in de dierlijke staat zodat het hele proces weer van voren af aan begint, in een nimmer eindigende spiraal naar beneden draaiend in het duister.

Als we beschrijven wat er gebeurde klinkt dat als een ingewikkelde mathematische formule. Met onze ogen gericht op de buitenwereld, kwamen we, vanuit het constante van het bemediteerde en meditatieve eeuwige zelf - onze oorspronkelijke waarheid, allereerst ten val in een materieel conservatisme gemotiveerd voor het handhaven van onze materiële egopositie, dat op zijn beurt ten val kwam in een verdwaasde en onwetende gehechtheid. Ten tweede, werd de stabiliteit van het bewustzijn dat in gnosis tekort schoot, een materialistische geest gemotiveerd voor het creëren van een culturele wereld naar eigen wens, die op zijn beurt tekortschietend in consistentie, in samenhang, uiteindelijk veranderde in een valse, gepassioneerde trots in de dictatuur van een politieke en/of religieuze identiteit. Ten derde raakte men de gelukzalige staat kwijt van sereniteit en vrijheid in een cultuur afgedwaald van de natuurlijke orde die, de bezieling missend, op vernietiging uitkwam vanwege het verwaarlozen van plichten jegens die natuur, hetgeen op zijn beurt uiteindelijk resulteerde in geestesziekte, een begoochelde staat van gevangen zijn in een geperverteerde voorstelling van zaken wat betreft onze goede kwaliteit, terwijl men erin mislukte om eerlijk en naar behoren te communiceren, ofwel - in één woord - in waanzin. Vanuit de kwaliteiten van de Persoon van de Oorspronkelijke Volkomenheid, vanuit de Goddelijkheid van de Oorspronkelijke Samenhang, kwamen we, met deze negatieve drie-eenheid zogezegd - uit op de materiële verstriktheid van de drie natuurlijke kwaliteiten in hun interactieve functie, waarop de schaduw van deze goddelijke kwaliteiten ons overvleugelde met zijn schaduwen van waanzin, dictatuur en verdwazing. Dit proces van feitelijke depersonalisatie, is de weg van het verval, van het desintegreren, waarin mensen individueel en collectief belanden met zichzelf na het verwaarlozen van het persoonlijke motief, de integriteit van de drie-eenheid zoals besproken in Inspiratie 2. Als men zich eenmaal in die beweging bergafwaarts bevindt is het moeilijk dat proces van moreel persoonlijk en collectief verval tegen te gaan en zijn weg terug te vinden naar het licht van de kennis en de ware vooruitgang. De vicieuze cirkel van de menselijke zwakheid moet worden doorbroken, de valsheid van je trots moet worden verslagen, en de weg terug moet worden gevonden in empancipatie en transcendentie.
Dit kan alleen maar worden bereikt door het herstellen van je respect voor de persoon van goede kwaliteiten die je bent en voor het Ideaal van Jezelf, die de Allerhoogste Persoon van Alle menselijke Glorie is. De trauma's van de nachtmerrie's die we hadden in oorlog en misdaad moeten we te boven komen. Met het vechten tegen de dominantie van dierlijke neigingen, onvolkomenheden en gebreken en het overwinnen van natuurlijke beperkingen, een negatieve sociale geest en verbijsterende persoonlijke emoties, moet men individueel en collectief zijn oorspronkelijke persoonlijke en culturele integriteit terugvinden, genezen en herstellen. Dit alles vereist een grote verandering van paradigma, een fundamentele verandering in de manier waarop we over onszelf en de wereld nadenken. Vastzittend aan de oude manieren vanwege het missen van de betekenisfilosofie van de filognosie, kunnen we als individuen een crisis in ons leven ervaren en net zo collectief, als mensheid in zijn geheel, ook een diepe crisis hebben, die bestaat uit een complex van crisissen, met overeenkomstige psychische en fysieke symptomen. Natuurlijk houdt het hiervan herstellen niet enkel een andere manier van denken in, een andere filosofie, het vraagt ook om een actieve betrokkenheid bij fundamentele waarden, basisprincipes, een juiste zin voor de werkelijkheid en deugden. Het is een vorm van gedragsverandering die politiek niet kan worden afgedwongen of worden opgelegd met de wet. Gedragsverandering kan alleen maar gestimuleerd, aangemoedigd en bekrachtigd, met een naar behoren bemediteerd gedragsplan met alle respect en een volledig begrip voor onze psychologische menselijkheid. Tezamen staan deze eisen van waarde, principe, werkelijkheid en deugd voor de oorspronkelijke harmonie van moeder natuur, onze lokale, planetaire notie van de Grootse Persoon van Allen. We kennen haar en houden van haar als zijnde betrouwbaar, goedgunstig, zorgzaam, liefdevol, inspirerend, bekoorlijk, tolerant, warm, voedend, veelzijdig, goed, en nog veel meer mooie karaktereigenschappen die we ook in menselijke wezens in harmonie aantreffen. In de schaduwen zien we ook de schaduw van moeder aardes karakter met haar periodes van donder en regen, stormen, bliksem, aardbevingen, overstromingen, plagen en vulkaanuitbarstingen. Maar zo zijn vrouwen nu eenmaal, ze hebben hun periode als teken van hun vruchtbaarheid. We houden niettemin van haar, want het volgen van haar goede kwaliteiten, het bewogen zijn door haar goede aard, vormt cultureel het opnieuw betreden van het gebouw van de filognosie waarvan we ons levend in de schaduwen hebben wegbewogen. Als we ons verwijderen van Moeder Natuur, de Grotere Persoon buiten onszelf en ons ook verwijderen van Vadertje Tijd, De Heerser Over Alle Materie die we respecteren met kalenders en klokken, weg van Hem, de Ene die als onze vierde dimensie in de materie steeds ontsnapt aan ons wetenschappelijk en filosofisch nauwkeurig onderzoek en die we, even zo goed, niet naar behoren nog langer konden accepteren en respecteren in al onze creatieve culturele egoplannen en schema's, zijn we als weeskinderen geworden met minder kansen in het leven. We moeten ons realiseren dat we kinderen van deze Moeder Natuur en deze Vader Tijd zijn en dat we onze individuele en collectieve gezondheid en planetair welzijn alleen maar zullen herwinnen, als we ons respect herstellen voor deze goede natuurlijke oerouders.

Bron voor deze Inspiratie:
S.B. Canto 1, Hoofdstuk 16






The Person

De Persoon

Admin edit SideBar

Blix theme adapted by David Gilbert, powered by PmWiki