Boek1

Inspiratie 11


Waarheid en Openbaring



Samenvatting

Met de verschillende invalshoeken van de filosofie in de samenleving hebben we een probleem met de waarheid. We zijn geneigd vormen van waarheid te veroordelen als zijnde begoocheld als ze afwijken van onze eigen bekende logica. Logica als zodanig lijkt geen garantie voor de waarheid te vormen. Ook de intelligentie lijkt dan niet te helpen. Worstelen met de waarheid vormt een zelfrealisatieprobleem. Op zoek naar de waarheid, zijn er drie bronnen van kennis om onze uitspraken mee te staven: leraren, boeken en onze naaste. Maar de persoonlijke kant van de waarheid lijdt onder hetzelfde probleem als de onpersoonlijke kant: we kunnen ons niet echt baseren op de relatieve waarheid van materiële zaken alleen. Aldus komen we om volledig te zijn, uit op het idee van de Absolute Waarheid. We kunnen het universum bespreken als een manifestatie van het Absolute met in feite drie invalshoeken van de tijd: een expansie van donkere energie, een contractie in de richting van donkere materie, en rotatie in de richting van de basisdeeltjes van de normale driedimensionale materie. Maar als we dat doen missen we nog steeds het ware punt van onze allerintiemste zelven: de basisdualiteit van belang is die van het persoonlijke tegenover het onpersoonlijke aspect. Het Absolute als zodanig is een ballon opgeblazen door de Tijd, met een persoonlijk, onpersoonlijk en spiritueel aspect. Dit is de fundamentele werkelijkheid van de persoon die we zijn en de Persoon waar we deel van uitmaken. Het universum is de Grote Persoon die ons nimmer zal verlaten. Hij vormt de uiteindelijke referentie, grondvesting van ons bewustzijn en integriteit van alle kennis. Zoals ook de wetenschap dat bevestigt, de relatieve waarheid van de kosmische werkelijkheid is afhankelijk van de manier waarop we erover nadenken. Velden kunnen worden beschouwd als deeltjes en deeltjes kunnen worden beschouwd als golven. Het is een persoonlijke kwestie.  Maar de waarheid van het Absolute wordt gerealiseerd langs drie wegen: de weg van de zinswaarneming, de weg van de gevolgtrekking en de weg van openbaring, een zogenaamde antropische, op de persoon gebaseerde, openbaring in ons geval.

De beruchtste vraag in de filosofie luidt: 'Wat is waarheid?' Een eenvoudig dualistisch antwoord op deze beroemde vraag volgt uit, zoals ook gesteld in inspiratie 6, het redeneren vanuit het tegengestelde: 'Waar is dat wat niet onwaar is' of wat meer ontwikkeld: 'Waarheid is dat wat men waarneemt als men vrij is van illusie' , met in gedachten dat illusie een foute weergave van de waarheid inhoudt. Dat lijkt duidelijk, maar, zonder de genade van een openbaring, niet direct gefixeerd op de Absolute Waarheid van de Persoon in het voorbije, komen we snel in moeilijkheden met een materiële visie van de relatieve waarheid. Een foute weergave kan een bewuste daad zijn of een onbewuste daad. In beide gevallen verkeren we in moeilijkheden. Als zijnde een bewuste daad, noemen we een verkeerde weergave een leugen, een soort van zonde, overtreding of misdaad. De bewuste daad is als zodanig het resultaat van een belangenconflict, en dat is iets dat zo normaal is, dat niemand zich zorgen maakt over een leugentje om bestwil, een leugentje van goede wil om een ander niet te kwetsen. Er zijn films gemaakt over het problematische leven van mensen die niet in staat zijn te liegen. Als zijnde een onbewuste daad, noemen we een foute voorstelling van zaken onwetendheid, of een soort van psychologie of een onopgelost conflict dat niet wordt onderkent of begrepen, maar wèl gevoeld wordt. Op basis van onwetendheid lijden we onder waanzin - of we onszelf nu onbewust voor de gek houden of dat een ander het nu doet, of ook niet - omdat de onzin waar we dan in geloven voor niemand anders nog te begrijpen is en we voor onszelf de draadjes van de logica niet meer aan elkaar vast weten te knopen waarop volgend we opgezadeld raken met waanvoorstellingen die onze praktische vaardigheden verzwakken. Om te voorkomen dat menselijke wezens niet gek worden is het belangrijk een visie te delen op de werkelijkheid die vrij is van illusie. Om die reden zweren we bij de wetenschappelijke methode om ons van de waarheid te verzekeren en alle samenzweringstheoriën en begoochelde meningen uit te bannen. Onze hele moderne schoolsysteem is gebaseerd op deze doelstelling. Maar, zoals we zagen met ons idee van de filognosie, zijn er ten minste zes visies op de werkelijkheid: het filosofische, wetenschappelijke, analytische, transcendentale of metafysische, het religieuze en het politieke perspectief. En deze visies zijn, vrij van illusie als ze verondersteld worden te zijn in de overtuiging van de mensen die ze aanhangen, vanuit hun logische ego's geneigd elkaar te veroordelen als zijnde begoocheld, terwijl men alleen maar een andere soort van logica volgde. De logica zou aldus per definitie niet waar zijn als men spreekt vanuit de gescheidenheid en het ego van deze verschillende wedijverende visies. En dit is hoe de mensheid het spoor volledig kwijt raakt.
Als we de logica uitbannen, verliezen we de rede en belanden we in de emotionaliteit die, middels de geaardheid hartstocht, ons verder op een dwaalspoor zet in het dichte woud van het materiële bestaan. De weg kwijt in het droge bos der kennis, daar rondlopend met een laaiende toorts van woede uit frustratie, de leidraad van de logica missend, is de ene intelligentie niet beter dan de andere en ligt een bosbrand op de loer. In feite is met het de weg kwijt geraakt zijn, alle intelligentie compleet nutteloos geworden en vallen we terug in de dierlijke staat van vechten om te overleven, waarbij we elkaar, en dus ook onszelf - als menselijke wezens dan de vijand noemen. En ja, vanuit het gezichtspunt van de dieren en de planten, die we buiten hun natuurlijke levens sluiten om ze te laten groeien en ze op te eten, zouden we heel goed de vijand kunnen zijn. Moeder natuur en vadertje tijd zouden er wel eens gelijk in kunnen hebben ons te veroordelen met onze zogenaamde intelligentie die niets meer lijkt te zijn dan een ego van logica. Is niet alles en iedereen tussen ons en de natuur staand de vijand die ons de waanzin indrijft omdat we dan de samenhang verliezen? Maar, cultureel gesproken, is er alleen maar sprake van een andere doelstelling met een verschillend uitgangspunt. De objectieve werkelijkheid is nog steeds voor ons allemaal hetzelfde, we zijn slechts verbijsterd in onze geesten, verbijsterd vanwege de begoochelende werking van de materiële natuur. Dus hoe lossen we dit probleem van de waarheid nu op? Zonder de waarheid komen we uit op rampen vanwege waanzin en wanbegrip. Simpelweg zeggen dat we, bij het gebod van de waarheid, geen leugens moeten bezigen, heeft geen zin. Onwetendheid houdt niet op op basis van een gebod, hoewel goede wil en eerlijkheid ons op weg helpen de waarheid te achterhalen. Als we het onbewuste onze vijand noemen en ons dan laten analyseren door een of andere therapeut, kan dat, maar de therapeut zal je niet zomaar iets vertellen dat je nog niet wist. En als hij het doet, loopt hij de kans zelf opgesloten te worden omdat hij niet makkelijk te begrijpen is, zogezegd [de kans opgesloten te worden in een boekenkast b.v.]. Je had al begrepen dat te worstelen met de waarheid een zelfverwerkelijkingsprobleem is. Als volwassene sta je er alleen voor. Hoe kunnen we dan ooit vrij zijn van illusie? Gevangen in ego in een materiële wereld vol dualiteiten, zijn we, met de keuzes die we maken, gedoemd, zo lijkt het, te eindigen in een persoonlijke - of anders collectieve - ineenstorting, een crisis: op een bepaald punt, een verkeerde afslag genomen hebbend, kunnen we het niet langer meer aan en verliezen we onze beheersing. Dus wat doen we nu?

Een gebruikelijke manier om ons van de waarheid te verzekeren is het valideren van uitspraken door de bron na te trekken of zelfs te 'cross-valideren' door vanuit twee bronnen uitspraken te checken (zoals journalisten dat doen met elkaar b.v. maar dan nog steeds het risico lopen elkaar nagepraat te hebben). 

Er zijn naast de persoonlijke ervaring filognostisch drie bronnen: leraren, boeken en je medemens. Bij hen zoeken we antwoorden op onze vragen. Werd het al eerder gezegd door erkende autoriteiten? Zijn er meer getuigen? Kloppen de feiten? Zijn er betrouwbare statistieken? Maakt het deel uit van een bewezen managementstrategie? Is het als zodanig een bonafide uitspraak? Of, als we het in het onpersoonlijke zoeken omdat ook autoriteiten - hun boeken inbegrepen - menselijke wezens en producten zijn die vatbaar zijn voor vergissingen, controleren we zaken door ze af te meten tegen een standaard, volgens de regels, met betrouwbare meeteenheden en geldige referentiepunten. Maar de persoonlijke benadering van de waarheid lijdt onder dezelfde relativiteit als de tweede, onpersoonlijke optie. Mensen zijn ook materieel in hun belichaamd zijn en als ze dood zijn - en verondersteld worden slechts een geest te zijn - worden ze er niet beter op. Onpersoonlijk hangt het allemaal af van de manier waarop je het bekijkt, zodat we, als we die weg volgen, uitkomen op voor de meerderheid onbegrijpelijke relativiteitstheoriën met materialistische natuurkundigen die denken dat de ruimte b.v. iets leegs is. Goed, het zij zo, maar de laatste uitspraak geeft ons een idee hoe we een uitweg moeten vinden uit deze waarachtige problematiek. Grondig overtuigd van de relativiteit van alle materiële dingen, zijn we niet alleen onder de indruk van het absolutisme van deze algemene krachtige wetenschappelijke bewering van relativiteit, we zijn allereerst overtuigd van de werkelijkheid van het logische tegendeel ervan dat het Absolute wordt genoemd (enkel te schrijven met een hoofdletter A). Als we redeneren zoals we deden aan het begin van deze inspiratie, vanuit het logische tegendeel, moeten we het hebben over het Absolute, hoezeer we ook geprobeerd hebben, de laatste paar eeuwen, deze discussie uit de weg te gaan in onze haat tegen het oude Christelijke en 'nobele' absolutisme van koningen en clericalen die iedereen arresteerden, opsloten, martelden, verdronken, spietsten, verbrandden, en onthoofdden die het waagde er een afwijkende mening op na te houden. We weten al dat het x-isme het respect bederft voor de factor x die werd ge-ismed. Die verschrikking van het absolutisme was inderdaad een van de grootste schandalen in onze menselijke geschiedenis, ook al is het dan niet zo'n uniek schandaal. Het gebeurde al eerder en het gebeurt nog steeds rondom de planeet in minder ontwikkelde culturen en/of landen die minder geschikt zijn om te overleven in het algemeen. Dus nee, geen absolutisme, maar neem alsjeblieft het Absolute wel in overweging, het kan ook nog onschuldig zijn.
Het Absolute kan je voorstellen als een soort van ballon met als inlaat de oorzaak van de Tijd, een soort van expanderende lucht - niet te verwarren met een explosie overigens - die de ballon almaar groter doet worden. Het verschil met de echte ballon van de Absolute Kosmos (niet het universum, want daar zijn er meer van) is dat het echte ding niet barst en sneller en sneller expandeert, zo stellen de astronomen het heden ten dage, met een kosmos van miljarden lichtjaren breed die afstevent op triljarden. De kracht van de expansie van de 'lucht' die men gewoon was de ether te noemen, de aandrijving van de tijd, de Tijd, noemt men donkere energie, de energie die we ook bespraken in inspiratie 7 waar we uitweidden over de drievoudige complicatie van de kosmologische tijd. Er mislukte een experiment en nu praat men in plaats van over de ether over 'kromme ruimte'. Niet echt een verbetering. Donker betekent dat we het niet echt kunnen waarnemen in zijn bezigheid los van een astronomische verschuiving van het lichtspectrum van ver verwijderde sterren en supernova's. Donkere materie is dat wat er overblijft als al de 'lucht' verdwenen is. Niet veel, van buiten bezien, maar wel zo zwaar als alle materie bij elkaar, natuurlijk. Donkere materie is het spul waar de zwarte gaten uit lijken te bestaan in het midden van de sterrenstelsels, maar men is er niet zo zeker van waar die rare materie zich bevindt, hij is donker immers.

Dit is allemaal bekende stof uit de natuurkunde- en astronomieklas. Maar natuurlijk, er ontbreekt hier iets. Het is de persoon zelf, hij die dit gespreksonderwerp bespreekt en overweegt. Zoals de roemruchte Perzische rover die op wacht vergeet zijn eigen kameel te tellen onder de kamelen die hij moet bewaken, vergeet de wetenschapper de persoon mee te tellen die hij zelf is in het overwegen van de Kosmische werkelijkheid. Ja, oké, de kleine materiële persoon, is op een kosmische schaal niet echt de moeite van het vermelden waard, maar de Grootste Persoon van de Hele Manifestatie is dat wel. Dit probleem brengt de mislukking van de natuurkunde aan het licht om de zaak met de filosofie in zijn greep te hebben, met de zaak van de eigenlijke bron van onze theorieën, op de eerste plaats. Alle natuurkundigen zouden een cursus filosofie moeten volgen (voor de bewuste leugen) en een cursus psychologie (om om te kunnen gaan met het onbewuste van hun eigen onwetendheid), voordat ze zichzelf fatsoenlijke wetenschappers noemen. Wat is nu een kosmische theorie waard zonder met de wetenschapper te rekenen die de persoon is die het bestudeert en ertoe besluit, alsmede het mysterie is van al het gematerialiseerde leven? Een zuiver onpersoonlijke benadering kan je dan ook beschouwen als een zwaktebod met het escapisme van het uit de weg gaan van dit lastige onderwerp van de Persoon. Aldus, eerlijk zijnde, hebben we de Absolute Persoon, de Kosmos, de Ballon van de Tijd en Alles, als het ultieme begrip van volledig inzicht en samenhang zonder welk geen wetenschappelijke onderneming kan slagen. Maar, natuurlijk, kennen de natuurkundigen die niettemin intelligent zijn op hun eigen manier, een tak van denkers (...) die sympathiek staan tegenover dit idee. De microkosmos, en daarom ook de macrokosmos, kan worden gezien als een soort van gedachte of droom die volledig afhankelijk is van de manier waarop je erover nadenkt. Dit zogenaamde antropische gezichtspunt vormt een principe van redeneren dat we logisch gesproken omarmen moeten, om filosofische redenen, dus niet enkel vanwege de schijnbaar intelligent ontworpen universele constanten die zo heel onbegrijpelijk een onwaarschijnlijk fijn afgestemd systeem van natuurlijke orde blijken te vormen. Laten we ons er daarom een beeld van vormen en daar inhoud aan geven om de greep van de filognosie te demonstreren als zijnde geldig en betrouwbaar.
De enige echte Absolute Werkelijkheid is de ballon (...wordt gevormd door die ballon), met inbegrip van zijn oorzaak. Binnenin die ballon treffen we een hoofdverdeling aan. Dat is het principe van het persoonlijke gesteld tegenover het onpersoonlijke. Zonder deze dualiteit hebben we helemaal geen voorstelling van een manifestatie, geen materie die als een gedachte kan fungeren. In het begin is het persoonlijke wellicht niet meer dan bewustzijn en is materie niet meer dan een onbegrensde duisternis. Om te beginnen hebben we het niet meteen over de vorm van de persoon in de zin van het hebben van handen en voeten. Het hoofd van de ballon kan een tijd heel goed volstaan. Laat de Persoon het geheel van Zijn hoofd zijn, aan het hoofd van alles en voor alles, Hem als de hoofdzaak. Dus, wat heeft deze Persoon nu in gedachten, zogezegd, voordat hij op Zijn benen staat en ook maar iets onder handen neemt? Hij moet, logisch gesproken, ongetwijfeld worden gezien als de bron van deze bespreking, door ons te zeggen dat er allereerst de dualiteit van het persoonlijke en onpersoonlijke is. Zelf verzin je zoiets niet omdat je bij het begrip persoon denkt aan iemand met een menselijke gedaante. Het ene ding is niet het andere, het persoonlijke is niet het onpersoonlijke, maar halverwege zou er zoiets kunnen bestaan als een overlap, een zeker samenvallen, dat de twee vermengt tot een beroemd derde element. Als we het persoonlijke met het onpersoonlijke vermengen krijgen we een geest. De geest gaat op voor iedereen, is niet zo persoonlijk, maar hecht zich wel aan de persoon voor de zin van zijn bestaan. Het kenmerk van de geest is licht, de kwaliteit is die van de goedheid en zijn werking bestaat uit bewustzijn, het bestuur, het leven, van de basisdualiteit. Het kenmerk van de geest is nogal onpersoonlijk en de kwaliteit ervan is nogal persoonlijk, maar de vermenging vormt het bewustzijn dat per definitie ten minste het leven is, de Tijd, van twee zaken. De spirituele mix rijst boven de primaire dualiteit uit en verschaft de visie ervan, het zelfbewustzijn, de reflectie, als een getuige in meditatie, als een oog in de hemel... of een zon in de donkere ruimte materieel gezien, of een elektron en een proton dat waterstof vormt als de eerste manifestatie van de materie uit de voorwereldlijke staat van de pure donkere energie van de Tijd. Goed dan, klinkt deze redenering enigszins vertrouwd in de oren van ons denkers die zich proberen te beperken tot een identiteit van bonafide wetenschappers? Het lijkt er wel op. Dit eenvoudige argument zegt ons hoe tijd, ruimte en materie samenhangen. Tijd is de lucht, materie is de ballon en ruimte - als de ballon scheurt bij gebrek aan energie, is wat de ballon doet exploderen danwel imploderen, vroeg of laat, als de donkere energie opraakt, de synergie is verloren en enkel materie zonder ruimte resteert, of wat moeten we het anders noemen? Een singulariteit? Daar zijn we dan. Dit is de theorie van alles die we vanuit een filognostisch gezichtspunt kunnen hebben, van stof, geest en persoon, van donkere energie tot atomen tot een geest, van een geest tot materie tot donkere materie, van het ongemanifesteerde tot het gemanifesteerde en van het Volkomen Geheel tot de specificiteit van wat voor klein kwantum of energiepakketje ook.

Dus wat hebben we hier nu beschreven? Wegen! Wegen naar waarheid die we ontleenden aan de drie verschillende bronnen. We redeneerden vanuit zinswaarneming met onszelf en onze naaste, we leidden dingen af met referentie aan de logica gevonden in boeken in studies van anderen, en we kwamen tot een orde waar de persoon bij betrokken is die werd onthuld door de mondelinge en schriftuurlijke autoriteit van leraren omtrent de Absolute Waarheid van de Persoon. Ja, we brachten het tot een antropische openbaring, van de universele orde, een orde waar we dermate over verbijsterd zijn, dat we vanwege onze onwetendheid tot op de dag van vandaag zijn verwikkeld in oorlogen en de vernietiging van de hele planeet, met inbegrip van alle levensvormen van zijn biodiversiteit. Het negatieve van de kennis, de afwezigheid ervan, of het nu bewuste zonde betreft of onwetende waanzin, moeten we van ons afwerpen. Men mag de wetenschappelijke waarde van deze eenvoudige openbaring in twijfel trekken, maar het is tenminste iets, een bevestiging van feiten, die weerlegbaar is. Dat is de bedoeling van de filognosie: om de filosofie - met al zijn twijfel, indeling, orde en volledigheid - wetenschappelijk met achting voor de feiten, ertoe te brengen om met analyse en transcendentie de Persoon te onderkennen die openlijk wordt gerespecteerd in religieuze plechtigheden en meer bedekt - met achting voor de volwassen optie - wordt geacht in commentaren en politieke debatten. We moeten de Absolute Waarheid van de Persoon om te beginnen achten middels zinswaarneming, afleiding en openbaring, hoe speculatief de filosofie ook moge zijn. Het persoonlijke wordt per slot van rekening bewezen door de persoon zelf - Ik mediteer, dus ik besta (door het loslaten van de geest dus). En het korte praatje hierboven is slechts een bescheiden visitekaartje van dit soort product van de rede. Menig een Indiase yogi is in staat tot veel verbazingwekkender prestaties in het beheersen van de materiële illusie, prestaties die, ten gunste van het bewijzen van de Persoon aan de Macht, eventueel iedere rationele verklaring overtreffen.
Trouw aan onze bronnen, zijn we echter niet uit op de mystieke perfecties van de yoga. We weten van wonderen, maar gaan voor de rede. De openbaring zoals van boven ontvangen moet van het soort zijn zoals die voorheen werd besproken, als een soort van geleide realisatie die iedereen met achting voor de drie bronnen kan bereiken om te kunnen emanciperen in de richting van zijn/haar eigen verwerkelijking op een eigen gebied van deskundigheid. Het hierboven vermelde is slechts een onschuldig woordspelletje, maar niettemin - wat betreft de bron van de leraar - ontsproot die aan de basisbegrippen van een antieke traditie, aan een boek van 5000 jaar oud dat nauwelijks door iemand kan worden gelezen heden ten dage, niet omdat het in het Sanskriet staat geschreven (het is vele malen vertaald), maar omdat de voorwaarden voor het realiseren van de inhoud van dat verhaal over de Persoon dermate drastisch zijn veranderd in de loop van de tijd, dat in onze huidige tijd van politieke redetwisten en ego zo goed als niemand het intellectuele uithoudingsvermogen of zelfs maar de belangstelling heeft om het te lezen en te waarderen, laat staan dat men de volledige omvang van zijn implicaties overziet voor onze complete wereldwijde associatie. Het is dit Verhaal van de Fortuinlijke waar we hieronder aan refereren, dat ons moet verbinden in bewustzijn, in de geest, in de persoon, in volle zelfverwerkelijking. Het is dit verhaal verteld door de filosoof van alle authentieke en schoolse filosofen, dat ons zegt wie wij als een persoon werkelijk zijn: we zijn allen individuele vonken van het grote laaiende vuur dat de Persoon van het Absolute is die onze toevlucht vormt, die onze vervulling is, geluk en inspiratie, onze goedheid, fortuin en toewijding, onze intelligentie en onze liefde. Mogen we deze openbaring nimmer vergeten en steeds weer zoeken.

Bron voor deze Inspiratie:
S.B. Canto 1, Hoofdstuk 11






The Person

De Persoon

Admin edit SideBar

Blix theme adapted by David Gilbert, powered by PmWiki